Het begon voor mij als kind met trailen en gravelen. Huuh!? Het werd toen – back in de 70s – niet zo fancy gedefinieerd, maar ik crosste met de fiets in het veld en liep met mijn vader in het bos op 8-jarige leeftijd. Trailen en gravelen dus. Op 10-jarige leeftijd sloot ik me aan bij Atletiekclub De Demer Diepenbeek, dook enthousiast in het veldlopen en genoot als lichtgewicht van de modder.
Op 12-jarige leeftijd neemt mijn grootmoeder – Moeke – me mee naar Lourdes, maar het is vooral de locatie die me compleet van mijn sokken blaast: de Pyreneeën. Gedurende een daguitstap naar een grensdorpje zie ik mijn kans om te skyrunnen. Wist ik dat 40 jaren later lopen-naar-een-bergtop zo zou genoemd worden? Moeke had gelukkig totaal geen besef van het gevaar dat hiermee gepaard ging terwijl zij toeristte in de winkeltjes.
Als 20-er vind ik mijn weg als muur-, sport-, rots- en ijsklimmer in de vertikale wereld. Na een skate-ongeval moet het klimmen geparkeerd worden en keer ik terug naar mijn 1e passie: het lopen. Ik sluit me aan bij de Vrije Atletiekclub Hasselt, eerst als lid en enkel jaren later als trainer. Een rol die ik met heel veel plezier nog 20 jaren zal vervullen.
Even terug in de tijd duiken. Wanneer mijn dochter – Dieuwke – de passie voor de bergen lijkt te delen, is de stap gezet. Terug in de bergen! In de zomer wordt het wandelen al vlug speedhiken en via feratta. In de winter groeit het snowboarden uit tot splitboarden en sneeuwschoentrekking. Mijn loopschoenen maken plaats voor trailschoenen en dat resulteert in verscheidene bergmarathons.
Het lichaam heeft nood aan meer afwisseling om mijn hoeveelheid sporturen te kunnen verwerken. Triatlon is de logische volgende stap. Na 5 jaren competitieve triatlon keer ik terug naar het traillopen en zoek hierin mijn grenzen verder op. 100km. Meerdaagse 100mijl. Steeds lichter en meer zelfvoorzienend. Mja, de UTMB mocht niet ontbreken … al was het dan wel een zelf georganiseerde editie. 4 dagen, slapend onder een tarp. Licht en snel
